Al op de titelpagina van het boek Gedachten denken van Annelies Beck zien we Noor staan. Een klein meisje met donkere haartjes in een rood jurkje. Ze kijkt omhoog, naar de titel misschien, of naar de vogels boven haar hoofd? Daar begint het verhaal, of eigenlijk de gedachtegang van Noor. Zij vraagt zich af wat gedachten eigenlijk zijn. Wat je doet in je hoofd, en hoe dan.
We zien Noor en haar kat in een poëtisch landschap staan, haar ogen zijn gesloten. ‘Denken is doen, je kijkt en luistert, vraagt en voelt.’ ‘Soms maak je een gedachte klein of blaas je haar juist op.’ De illustraties nemen je mee op een wandeling door de gedachtewereld van Noor.
En zo dwalen we als lezer langs allerlei vormen van gedachten en denken. Langs het verschil tussen weten en denken, langs gedachten die sluimeren of je overvallen. ‘Gedachten gaan meestal hun eigen gang.’ Je kunt een gedachte willen, maar soms lukt dat niet. Een gedachte vasthouden is lastig. Ook kan een gedachte verdwijnen, als je er klaar mee bent, of ervan wegloopt. Sommige gedachten krijg je maar moeilijk uit je hoofd, terwijl andere zonder dat je het wilt zomaar verdwijnen.
Boos of blij
Je kunt jezelf boos denken, maar gelukkig ook blij. Jouw gedachten zitten altijd in je hoofd. Maar je vindt ze ook in een mooi standbeeld of in iets leuks of liefs wat je ziet. Ook in de hoofden van andere mensen, in een boek, een krant, of op internet vind je gedachten. Zo bespreken mensen wat ze denken. ‘Zo ontpoppen gedachten zich soms tot daden.’
De zachte, tere illustraties in Gedachten denken zijn van Hanneke Siemensma. Soms licht en doorzichtig, soms donker en zwaar, precies zoals gedachten kunnen zijn. Samen met de tekst dagen ze de lezer uit tot nadenken. Er is ook een pagina zonder tekst, want als je zwemt, rent, voetbalt of zingt heb je vaak helemaal geen gedachten. Door het hele boek heen zie je veel vogels vliegen, groter en kleiner, lichter en donkerder, gedachten misschien? En die kat die op vele bladzijden meeloopt…?
Filosoferen
Gedachten denken is een fijn boek om samen met je kind te bekijken en/of te lezen. Het verhaal roept vele vragen op en leent zich er uitstekend voor om in een kleine groep over te filosoferen. Per bladzijde vind je een korte tekst die meteen stemt tot nadenken. Ook het woordgebruik draagt daar aan bij. Woorden als onverhoeds, sluimeren, ontglippen en ontpoppen zal niet ieder kind dagelijks tegenkomen. Mooi hoe deze woorden in de tekst betekenis krijgen, en aanzetten tot woordenschatuitbreiding.
Het boek kan helpend zijn voor een kind dat vaak piekert of zich zorgen maakt. Ontdekken dat het ‘maar’ gedachten zijn en dat anderen dat ook wel eens hebben geeft een gevoel van opluchting of troost. Maar het is vooral een heerlijk boek voor de jonge filosoof, zo’n kind dat graag dieper nadenkt over de wereld om zich heen.