‘I was born in the valley of bricks, where the river runs high above the rooftops
I was waiting for the cars coming home late at night, from the Dutch mountains.’
Zo zingen The Nits ‘In The Dutch Mountains’ (1987) over Nederland, waar de rivieren boven de daken stromen en de dijken bergen zijn. Nederland, waterland, dat is ook het thema van het boek De binnenkant van buiten van Tanja de Boer. Een boek vol basiskennis voor iedereen die wil weten hoe wij kunnen wonen in een delta van rivieren, deels onder de zeespiegel, waarin we van onze vijand – het water – onze kracht hebben gemaakt. Een informatief en leuk boek over dijken, deltawerken, drinkwater en verder alles wat met ons waterlandje te maken heeft. Ofwel technische hoogstandjes in een laag land, zoals de ondertitel luidt. Het komt allemaal aan bod, inzichtelijk, begrijpelijk en aantrekkelijk gemaakt met mooie illustraties van de schijfster zelf. Een boek dat laat zien hoe wij Nederlanders experts zijn geworden in leven, bouwen en werken in en met water.
Vertrouwd maar niet vanzelfsprekend
Droge voeten en drinkwater uit de kraan. Het is zo vanzelfsprekend, maar zo is het niet altijd geweest. En het is ook niet vanzelfsprekend dat het zo blijft. In 30 onderwerpen beschrijft Tanja de Boer het ontstaan van ons land in de zompige delta van de Rijn en de Maas en waarom rivieren en dijken belangrijk zijn. Hoe we ons land hebben beschermd tegen de zee en wat er komt kijken voordat ons drinkwater uit de kraan komt. Maar ook hoe je huizen bouwt op natte grond, hoe je een tunnel aanlegt en hoe water bij kan dragen aan duurzaamheid. In korte hoofdstukjes, die net lang genoeg zijn (voor een kind) om je aandacht er bij te houden volgen de onderwerpen elkaar logisch op. Heel inzichtelijk allemaal en leuk en begrijpelijk beschreven. Tanja de Boer verstaat de kunst om aan te sluiten bij de belevingswereld en de omgeving van kinderen. Ze stelt ook zelf de vragen die opkomen bij het lezen om die vervolgens te beantwoorden.
Sommige onderwerpen lijken zomaar uit het water op te duiken en niet bij het boek te horen. Zoals de aardbevingen in Groningen, de eerste spoorbaan en snelwegen. Onderwerpen die zich overigens stuk voor stuk wel zouden lenen voor nog zo’n leuk boekje. Maar voor het bouwen van bruggen hoef je niet uit te leggen wat een spoorbaan of een snelweg is. Dan had een omschrijving van de werking van een sluis beter in het geheel gepast. Daarvoor wordt nu verwezen naar een site. Dit alles mag de pret niet drukken, want het is een boekje waar je ook heel veel mee kunt doen.
Proefjes, uitstapjes en knutselen
In ieder hoofdstuk staan blauwe kaders met proefjes die je zelf kunt uitvoeren, nuttige weetjes, websites waar je meer informatie kunt vinden en leuke uitstapjes. Maar let op! Alles heeft met water te maken, dus je moet niet bang zijn om vies of nat te worden. In een bak met zand en water kun je zelf een polder maken of zelf de sterkte van een dijk testen. Op de site overtsroomik.nl kun je opzoeken of je huis onder water komt te staan bij een dijkdoorbraak. In het bezoekerscentrum op Neeltje Jans kom je alles te weten over de Deltawerken.
De mooie illustraties nodigen uit tot knutselen. Het zijn ook deels gefotografeerde platte (2D) knutselwerken (het verkleinwoord zou ze te kort doen). En je krijgt het idee: dat kan ik ook. Dat zou (als volwassene) nog wel eens tegen kunnen vallen, maar een kind zijn/haar gang laten gaan geïnspireerd door het werk van Janneke Kornet, levert waarschijnlijk fantastische resultaten op.
Thuis en op school
Het is een boek voor thuis en op school. Thuis zal er waarschijnlijk veel geknutseld gaan worden, er zullen websites bezocht worden en over de uitstapjes voor de komende tijd zal niet veel discussie zijn. Op school is het boek heel geschikt voor de aardrijkskundeles, zowel voor de hoogste klassen op de basisschool als in de brugklas. Het boek geeft ‘een inkijkje in het binnenste van wat je buiten ziet’. Dat verklaart de titel. Het onderwerp van elk hoofdstuk kan uitgewerkt worden tot een werkstuk of spreekbeurt en in groepjes kan er aan projecten worden gewerkt. Inspiratie genoeg!
Als je het boek uit hebt ben je natuurlijk nog geen civiel ingenieur, laat staan gepromoveerd, daarvoor moet je nog heel wat meer lezen. Maar de basis voor de aardrijkskunde van Nederland is gelegd. En wie weet is daarmee ook het zaadje gepland om meer te willen weten. Of misschien zelfs om ingenieur te worden en te werken aan de toekomst van ons land, in en met water, want niets gaat vanzelf in The Dutch Mountains.