De stapel Weetjesboeken van het Belgische duo Mathilde Masters (tekst) en Louize Perdieus (illustraties) blijft maar groeien. In de reeks verschenen al eerder acht delen, vermeldt de uitgeverij vol trots in de nieuwste uitgave. Dat is de negende, getiteld 77 Superslimme dingen die je moet weten over mijn en jouw thuis. De eerste acht beginnen met het getal: 123 of 321. Nog meer getallen van de uitgever: In de eerste acht staan in totaal 1.928 weetjes, er werden meer dan 250.000 exemplaren van verkocht en ze werden inmiddels in elf talen vertaald.
Er moet dus iets zijn in het concept van de boeken dat lezers er gemakkelijk naar doet grijpen. Waarschijnlijk is dat het feit dat de teksten kort en behapbaar zijn als een tussendoortje, terwijl je tegelijk veel wetenswaardigs krijgt over herkenbare situaties: de onderwerpen liggen dichtbij, de teksten zijn helder en de illustraties soms humoristisch.
77 Superslimme dingen die je moet weten over mijn en jouw thuis is, net als de eerdere boeken, gemakkelijk weg te leggen en, wellicht op een verveeld moment, weer op te pakken. Met een ‘Hé, dat wist ik niet’ ben je dan meteen weer bij de pinken. Alle uitgaven vertellen immers geen doorlopend verhaal dat een langere spanningsboog vereist. Er is wel een samenhang tussen alle weetjes maar die staan toch ook weer zo los van elkaar dat de draad vasthouden niet nodig is.
Chwutticheu
Dit nieuwste boekje gaat over van alles en nog wat dat in de breedste zin in verband te brengen is met huizen: woonvormen, interieur, eten, gezin, soorten huizen, culturele eigenaardigheden, architectuur, achternamen, maar ook bijvoorbeeld het verschil tussen ergens onderdak hebben en je ergens thuis voelen.
Weetje 1 verklaart de titel. Het gaat over het magische getal 7 en de numerologie: aanhangers daarvan geloven dat een huisnummer 7 harmonie brengt. En ‘als het nummer 77 plotseling in je leven opduikt, sta je volgens numerologen aan het begin van een lange reis waarop je veel zult leren. 77 superslimme dingen over jouw en mijn thuis wereldwijd bijvoorbeeld…’. Als extra weetje staat in een kader nog het Zweedse woord voor 77 dat dient te worden uitgesproken als chwutticheu, een tongbreker die de Zweden onbekenden in de Tweede Oorlog lieten uitspreken om de Duitsers door de mand te laten vallen.
Nieuwjaar
Alle weetjes hebben natuurlijk tegelijk iets willekeurigs en onvolledigs. Om bij dat eerste weetje te blijven: er valt van alles te vertellen over mensen die niet in een huis met nummer 13 willen wonen. En de Zweedse valkuil kent zijn equivalenten in het Hebreeuwse sjibbolet en in het Nederlandse Scheveningen waarover Duitsers ook struikelden. Maar associëren bij wat in het boek wel te vinden is, is natuurlijk alleen maar een extra leuk spel.
Ook op andere plekken in het boek valt op hoe de auteur waarschijnlijk wel wat ‘darlings’ heeft moeten killen om niet te wijdlopig te worden. In weetje 63 gaat het over de spectaculaire Nieuwjaarsviering door Chinezen (januari of februari) en in weetje 43 over het joodse Nieuwjaar Rosj Hasjana (september of oktober), maar het Islamitische Nieuwjaar of het onder andere in Iran en Afghanistan gevierde Noroez blijven dan weer ongenoemd.
Een enkele keer valt op hoe de terminologie vooral positief gekozen is. In weetje 76 bijvoorbeeld gaat het over soorten gezinnen, pleegkinderen en adoptie, maar ook over samengestelde gezinnen. Hier valt niet het woord stiefvader of stiefmoeder (roept het teveel boosaardigheid op?) maar worden de nieuwe partners van de ouders plusmama of pluspapa genoemd. Waaraan nog toegevoegd hadden kunnen worden de in Nederland gebruikelijke termen bonusmama of bonuspapa.
Zoenen
Curieuze weetjes zijn er evenzeer. Nomaden worden op twee plekken besproken. In nummer 73 lezen we dat bewoners van een joert altijd tegen de klok in om hun huis heen lopen om botsingen te voorkomen. Over een heel specifiek nomadenvolk, de Nenetsen in het noorden van Rusland, gaat het dan weer in weetje 57. Daarin is aandacht voor de bedreiging van hun leefwijze door de klimaatverandering.
Af en toe wekken de beschrijvingen ook een lichte frons of een milde glimlach op. Weetje 75 meldt bijvoorbeeld dat mensen die een vaste relatie hebben geen andere mensen zoenen of er seks mee hebben. Maar in het weetje ervoor is uitgelegd dat familie of vrienden zoenen niet raar is, al zijn er culturen waarin je beter even vooraf kunt checken of het zo maar kan.
Het lijkt er op dat toiletten een bijzondere aandacht krijgen: in Japan dien je bij toiletbezoek slippers aan te doen (42), de Kuna, een volksgroep in Panama, laten hun plas en drol in zee vallen (55), toiletopbrengsten komen in het riool en moeten daar weer uit gezuiverd worden (66), onze drollen kunnen gebruikt worden om biogas te produceren (37) en er is een korte geschiedenis van het kleinste kamertje in weetje 16.
77 Superslimme dingen die je moet weten over mijn en jouw thuis is zo een grabbelton van vermakelijke feitjes. Het heeft de charme van een thematische scheurkalender in boekvorm. En zo kan het misschien het beste gelezen worden: elke dag een bladzij.