Skip to content
Column door Miet De Bruyn

Stapelbetweter

Een handig ding, zo’n stapelbed. Je kan er alle kanten mee op; het is een erg polyvalent object. Wij verkeren op regelmatige basis in la douce France met kinderen en kleinkinderen. In een  huis met twee logeerkamers: een kleine en een wat grotere. In de kleine logeerkamer staat zo’n stapelbed. Het doet wat het moet doen: onze kleinzonen plaatsbesparend herbergen. Ze vinden het heel bijzonder zo’n stapelbed, want thuis hebben ze dat niet.

Een stapelbed dus, in de kleine logeerkamer. Het hoort bij vakantie voor onze kleinzonen. Voor allebei is het bovenste bed het meest begerenswaardige. Wat dan weer behoorlijk bewonderenswaardig is, want het laddertje naar boven, heeft smalle sporten en is verschrikkelijk oncomfortabel. Als je het mij zou vragen, wat overigens niemand doet, dook ik meteen in het onderste bed. Onze kleinzonen dus niet. Wegens grote voorkeur voor het bovenste bed, gekoppeld aan hun prachtige gevoel voor rechtvaardigheid, ruilen ze elke avond van bed. Zo lang hun ouders niet beslissen dat ze een onpaar aantal nachten bij ons verblijven, is er geen vuiltje aan de lucht.

Zeg echter nooit zomaar ‘bed’ tegen een stapelbed. Behangen met donsdekens, plaids, lakens… ; volgestouwd met kussens, knuffels, zwaarden, pijl en boog… doet het al naargelang hun spel van het moment, voor de kleinzonen dienst als piratenkamp, spookhuis, dierenambulance, onderzeeër, rovershol, ridderkasteel…

Je kan over zo’n stapelbed ook prachtige boeken schrijven. Dat doet Koos Meinderts in Stapelbedbroers. Waarin hij vertelt over de broers Rocco en Henk, die ook in een stapelbed slapen. ’s Avonds voeren ze daar gesprekken over van alles en nog wat. Ze groeien op in een warm Haags arbeidersgezin, samen met hun oudere zus Wendy en kleine Paultje van twee. Moeder gaat uit poetsen omdat vader met zijn groot hart te veel klussen gratis doet. Het boek speelt zich af in de jaren zestig van de vorige eeuw en verwijst veelvuldig naar feiten en muziek uit die periode. Alles gaat goed tot er met één van de jongens iets ergs gebeurt en hij een ‘ziekenhuisbedbroer’ wordt. Wie wil weten hoe het afloopt met de stapelbedbroers kan ik van harte aanbevelen het boek van Koos Meinderts te lezen.

Polyvalent dus, zo’n stapelbed. Want je kan er niet alleen in slapen, in spelen, in praten, boeken over schrijven, maar je kan er ook mee schelden. Op een dag voerden onze twee jongste kleinzonen een verhitte discussie. De oudste werd helemaal krankjorum van de jongste en schold hem uit voor ‘betweter’. Waarop de jongste prompt reageerde met: ‘En jij dan, jij bent een echte stapelbetweter!’