De charme van de eenvoud tekent Ik ben hier!, het nieuwste kinderboek van Joke van Leeuwen. De veelbekroonde schrijver en illustrator vlecht dit keer twee thema’s op een knappe manier in elkaar.
Op het oog gaat het over een naderende natuurramp, een overstroming, waarvan mensen in de denkbeeldige stad Wolem weten dat die eraan staat te komen. Toch nemen ze de urgentie ervan niet serieus genoeg. Hun dagelijkse doen en laten heeft voorrang tot het te laat is – voor de jonge Jona in ieder geval.
Kantoorleven
Jona, een jaar of negen of tien, woont na het overlijden van haar moeder alleen met haar hardwerkende vader. Dat heeft onder andere tot gevolg dat ze elke dag hetzelfde dagmenu in hetzelfde café eten. Ook moet Jona elke dag na school de middag doorbrengen in het kantoor van haar vader, zodat ze niet alleen thuis zit. Wat voor werk Jona’s vader precies doet, is haar niet duidelijk. Wel weet ze dat ze heel stil moet zijn, omdat haar vader heel druk bezig is met ‘dingen regelen’.
Daarmee is het tweede thema van het boek geïntroduceerd: ouders die in zo’n hoog kantoorgebouw lange uren werken aan iets wat nooit afkomt en daarom minder tijd doorbrengen met hun gezin. Dat gezin, ervaart Jona als ze door het gebouw wandelt, is bij al die mensen wel aanwezig in de lachende foto’s die ze op hun bureau hebben staan. Die foto’s houden Jona gezelschap, als zij op een noodlottige wijze in het kantoorgebouw vergeten wordt op het moment dat alle anderen halsoverkop vluchten voor het stijgende water. Jona heeft zich zo onzichtbaar gemaakt dat op het moment dat het gebouw geëvacueerd wordt, zelfs haar vader vergeet dat ze er is.
Vanuit het kantoorgebouw ziet Jona de reddingsboten wegvaren. De onderste verdiepingen staan onder water, de stroom doet het niet en iedereen is weg. Er blijft Jona weinig anders over dan zich op eigen kracht te redden tot iemand haar komt ophalen. Gelukkig weet ze de weg naar het dak. Daar zit ze namelijk vaker, als haar vader werkt.
Dertig verdiepingen
Het gebouw is een klassiek kantoor, met een overeenkomstige hiërarchie: hoe hoger in het gebouw, hoe belangrijker de functie. Helemaal boven op de dertigste verdieping zit de directeur. Jona’s vader heeft zijn kamer op de twintigste verdieping. Daaruit kan de volwassen lezer concluderen dat hij tot het middenmanagement behoort. Als Jona hem vraagt of iedereen in het gebouw elkaar kent, draait hij om de vraag heen. Mensen op de benedenverdieping die in één grote ruimte zitten, zullen elkaar wel kennen, zegt hij.
Boven de dertigste verdieping is alleen nog het dak, de allerhoogste plek, en daar bivakkeert de vindingrijke Jona, die nu alles op alles zet om gezien en daarmee gered te worden. Haar acties komen vertrouwd over voor iedereen die ooit zelf met voorwerpen en etenswaren gespeeld heeft. Wie heeft niet ooit figuren of letters met suikerklontjes gemaakt? En wie heeft niet ooit geworsteld met een flessenopener? Een flessenopener is nu eenmaal geen logisch ding, als je het nog niet eerder in de handen hebt gehad. Jona zoekt en jut er volop op los om iets eetbaars te vinden, maar ook om zich bezig te houden. Want de dagen zijn lang en de redding laat op zich wachten. Bij vlagen wordt ze moedeloos, maar haar hoop verliest ze niet. In de woorden van Jona’s vader: ‘Zo gaat het als je van iemand houdt. Dan blijf je hopen.’
In Ik ben hier! Brengt Van Leeuwen de grote thema’s – klimaatverandering en de balans tussen werk en gezin – met een zachte hand, maar dat doet niets af aan het gewicht ervan. Een speciale vermelding waard is haar kristalheldere taal. Er is geen woord teveel, en tegelijkertijd schrijft ze ritmisch, met herhalingen die het verhaal een haast poëtische lading geven. Daarmee heeft ook dit boek ondanks de weinig sprankelende titel veel te bieden voor zowel jonge als oudere lezers.