De moeder van de bijna 9-jarige Lexi vierde vroeger feestjes en lachte. Maar dat was vóór de geboorte van Lexi en haar tweelingbroer Amos. Amos heeft maar 11 maanden geleefd. Sindsdien maakt haar moeder regelmatig donkere periodes door. Zo ook nu, aan het begin van de zomervakantie.
Het woord depressie komt niet voor in het boek Jij mag alles zijn van Griet Op de Beeck. Maar aan alles merk je dat de moeder van Lexi in een diep dal verkeert sinds het overlijden van haar zoontje. Ze komt amper haar bed uit en eet bijna niet. Lexi probeert wanhopig haar moeder op te vrolijken. Ze maakt lekkere lunches voor haar, maar mama kijkt er niet naar om. De zalm van het broodje geeft ze aan haar kat Aap, dan heeft ze tenminste iemand gelukkig gemaakt.
Waarom ben je met opa getrouwd?
Lexi is erg eenzaam, haar beste vriendin Floortje is op vakantie. Haar vader heeft een drukke kantoorbaan en heeft maar weinig tijd voor Lexi. Gelukkig heeft ze haar oma, de moeder van haar moeder. Dat is een energieke vrouw met felgekleurde kleding, heel anders dan haar moeder. Oma zegt dat ze pas saai wil worden als ze dood is. Lexi is heel graag bij haar. Logeren gaat niet, want dat is te druk voor opa.
‘ “Waarom ben je eigenlijk met opa getrouwd?”
“Waarom vraag je dat?” Oma glimlacht erbij.
“Hij is…” Lexi neemt een hapje terwijl ze nadenkt. “Een beetje stil en niet zo… beweeglijk. En jij bent zo leuk.” Lexi trekt er glimlachend een scheve lip bij. Ze weet niet zeker of ze dat wel zo mag zeggen. Maar oma moet heel hard lachen.
“Ik kan hem nu toch niet meer op donderdagochtend tussen de vuilniszakken mee buiten zetten, geef toe?” Ze knipoogt erbij. “En ik vind jou ook de leukste.”
“Je kan moeilijk anders, ik ben de enige die overgebleven is.” Lexi zegt het een beetje lacherig, tot ze oma’s blik ziet. Dan slaat ze een hand voor haar mond.’
Zoals uit deze conversatie blijkt, is het gemis van Amos constant aanwezig. Lexi zou dolgraag volwassen willen zijn, dan wist ze tenminste wat ze moet doen en zeggen en waarover ze moet zwijgen. Ze loopt constant op haar tenen om het haar moeder zo aangenaam mogelijk te maken. Van haar zakgeld koopt ze een boek voor haar met de titel: Blijf positief, vind je innerlijke optimist.
Het favoriete kind
Omdat haar moeder in een kliniek wordt opgenomen gaat Lexi in het tweede deel van het boek tijdelijk bij haar tante Arizona wonen, een oudere halfzus van haar vader, die ze eigenlijk nauwelijks kent. Arizona, die veel en ongezond eet en rookt, draagt ook de nodige bagage met zich mee. Er staan foto’s in haar huis van haar zoon Otto, die twee kinderen heeft, maar ze heeft geen contact met ze. Nieuwsgierig als Lexi is, probeert ze alles over deze Otto te weten te komen. Ze vraagt Arizona van wie van zijn kinderen haar zoon het meeste houdt. Een vreemde vraag misschien, maar niet als je het bekijkt vanuit Lexi’s perspectief. Haar moeder is zo verdrietig om het verlies van Amos, dan zal ze toch wel meer van hem hebben gehouden dan van Lexi.
Lexi wil het liefst de volwassenen in haar leven helpen. Niet alle dingen die ze op dat vlak onderneemt zijn even geloofwaardig voor een meisje van haar leeftijd, maar dat vergeef je Op de Beeck al gauw. Ze laat namelijk heel aannemelijk zien wat zoveel kinderen hebben, wiens ouders niet goed in staat zijn voor ze te zorgen: een immens verantwoordelijkheidsgevoel. Je hoopt steeds maar dat iemand ook eens zijn armen om dit vroegwijze meisje heen zal slaan en haar zal zeggen dat ze mag zijn wie ze is. Het boek kent een ontroerende ontknoping waar veel mensen, jong en oud, troost uit kunnen putten.
Balans tussen ernst en luchtigheid
Griet Op de Beeck kennen we van de bestsellers Vele hemels boven de zevende en Kom hier dat ik u kus. Jij mag alles zijn is het eerste jeugdboek dat ze schreef. Dat Op de Beeck, net als in haar romans voor volwassenen, serieuze thema’s als depressie, kindersterfte en rouw niet schuwt, is zeer lovenswaardig. Je zou verwachten dat dit soort thema’s een kinderboek onnodig zwaar maken. Maar Jij mag alles zijn heeft een mooie balans gevonden tussen ernst en luchtigheid. Wanneer Lexi aan haar oma vertelt dat Arizona haar kleinkinderen niet ziet, reageert oma door te zeggen dat het dan misschien gewoon wel heel lelijke kinderen zijn.
Pagina’s vol mieren
Maar wat het boek vooral lucht geeft, zijn de fabelachtig mooie illustraties van Linde Faas. Ze heeft ruim baan gekregen om haar kunsten te vertonen: van de ruim 200 pagina’s die het boek telt zijn bijna 40 pagina’s volledig geïllustreerd. Als Op de Beeck schrijft: ‘De zenuwen krioelen rond in haar borstkas, zoals mieren in een mierennest dat je met een spade hebt opengelegd’, dan tekent Faas daar een dubbele pagina vol mieren bij, die doorlopen op de omliggende pagina’s. Als Lexi opschrijft dat ze ooit nog een keer in een oceaan met mooie vissen wil zwemmen, dan tekent Faas haar op een dubbele pagina, zwemmend tussen de vissen. Het zijn tekeningen om uitvergroot op te hangen in de kinderkamer, zo mooi.