Skip to content

Interview: Marcel Vaarmeijer laat je voelen hoe het is om liefdeloos op te groeien

Marcel Vaarmeijer (1963) schrijft romans en kinder- en jeugdboeken. Zijn roman Heelmeester (2018) stond op de longlist van de Libris Literatuurprijs. In Voel (2023), een boek voor tieners, verwerkte hij ervaringen uit zijn jeugd. Vaarmeijer weet als geen ander hoe het is om liefdeloos op te groeien. Zijn vader overleed toen hij heel jong was, in 1966, waarna hij met zijn moeder naar Enschede verhuisde. Hij verbleef vier keer voor langere tijd in een kindertehuis.

Een paar maanden geleden publiceerde Jong Literair Nederland een recensie over Voel. De recensent vond het een heftig boek voor de leeftijdsgroep (young adult). Kun je kort vertellen waar het boek over gaat en waarom je ervoor gekozen hebt om juist dit boek te schrijven?

‘Ik ben in 2004 aan dit boek begonnen toen ik zag dat sommige mensen heel druk met hun leven waren en ook nog kinderen wilden, maar daar eigenlijk geen tijd voor hadden. Die kinderen werden volkomen genegeerd. Bij een gezin dat ik van dichtbij meemaakte ging de oudste zoon de gevangenis is wegens een gewapende overval en de jongste wegens drugs dealen en nog werden die ouders niet wakker. Volkomen liefdeloos opgevoed. Ik herkende dat van mezelf, omdat het mij ook is overkomen. Dat moet het thema zijn, dacht ik, een kind dat liefdeloos wordt opgevoed en iemand anders tegenkomt die hetzelfde meemaakt, maar op een andere manier.

‘Ik koos voor een meisje als hoofdpersoon omdat ik liever vanuit een vrouw schrijf. Dat heeft met mijn jeugd te maken. Ik ben door mijn moeder opgevoed en er kwamen alleen maar vrouwen over de vloer. Ik identificeer me daardoor makkelijker met een vrouw dan met een man. Van daaruit bouwde het verhaal zich op. Gaandeweg besefte ik dat het verhaal over twee meisjes moest gaan die een relatie met elkaar krijgen.’

Op het eerste gezicht lijken de hoofdpersonen Ducky en Emily heel verschillend. Ducky heeft rijke ouders, bij Emily komen ze nauwelijks rond en ze wonen in een achterstandsbuurt. Dit contrast is vast niet voor niets zo gekozen. Kun je daar meer over vertellen?

‘Het gezin van Emily is gebaseerd op dingen die ik gezien heb. De vader van Emily predikt Jezus en liefde, maar thuis is er niets. Dat is één categorie liefdeloos opvoeden. Ik vond dat beschamend, kon dat niet aanzien. Ducky’s leven is gebaseerd op kinderen die ik in stints zie zitten. Als ik langs de buitenschoolse opvang loop zie ik daar kinderen zitten, lusteloos en alleen, en als ze door een van de ouders opgehaald zijn, zie ik ze in de supermarkt. Ze willen aandacht, maar de vader of moeder is te druk met de boodschappen. Die twee groepen kinderen wilde ik samenbrengen.’

Als Ducky en Emily in Zweden zijn, verschijnt er een schrijver in het verhaal. Zijdelings, het lijkt haast alsof jijzelf een kijkje komt nemen. Is dat wat je ermee voor ogen had?

‘Ja, daar dacht ik wel aan toen ik het schreef. Die schrijver heeft geen echte rol in het verhaal. Hij zit daar alleen maar en aan het eind van het seizoen gaat hij weer naar huis. Zelf heb ik dat ook eens gedaan, drie maanden schrijven in een vakantiehuisje, helemaal alleen. Ik zou hem kunnen zijn, laat ik het zo zeggen.’

Ducky en Emily houden van elkaar, maar heel gezond is hun relatie niet te noemen. Toch blijven ze ondanks alle worstelingen samen. Zie je dit als een happy end of juist niet? Hoe denk je dat het verder met ze zal gaan?

‘Over het einde kan ik niets vertellen, dat is aan de lezers. Het ging me ook niet zozeer om het einde, maar om de liefde, en de verhouding tussen Emily en Ducky. Die is vanaf het begin scheef. Emily is wereldvreemd en verlegen, terwijl Ducky brutaal, wereldwijs en suïcidaal is. Als Ducky besluit nog één keer te willen feesten en dan een einde aan haar leven te maken, ontstaat voor Emily de noodzaak haar vriendin te redden. Hoe kan ze dat doen vanuit een ondergeschikte rol? Ducky is de baas, zij bepaalt alles. In het laatste hoofdstuk, als alles mis dreigt te gaan, moet Emily uit haar schulp kruipen en Ducky duidelijk maken dat hun liefde wel de moeite waard is om voor te leven, daar ging het me om. De verhoudingen moesten rechtgetrokken worden tussen die twee. Zo komen Emily en Ducky op gelijke hoogte, wat voor beiden beter is, zo zijn ze minder eenzaam.’

Ik begreep dat je over het schrijven van dit boek veel langer gedaan hebt dan over je andere boeken. Kun je daar iets over vertellen? Hoe was het voor jou om dit boek te schrijven?

‘Ik zat eerst bij een andere uitgever. Daar leverde ik dit boek in en ze zeiden: dit is voor jongeren, probeer het bij een kinderboekenuitgeverij. Toen kwam ik bij Querido terecht. Daar hadden ze wel interesse, maar young adult bestond nog niet, ze wisten niet goed voor welk publiek het was. Jaren later, toen young adult van de grond kwam, was er wel publiek voor. En nu is het boek er dus, bij uitgeverij Clavis.

‘Ik heb Voel met veel plezier geschreven, het ging me makkelijk af. Het plot is wel een paar keer drastisch veranderd en ik bleef het door de jaren heen bewerken. Twee jaar geleden haalde ik het nog een keer uit de la en maakte er de beste versie van. Als het niet was gelukt, had ik het voorgoed opgeborgen, maar het lukte wel.’

Ben je van plan een vervolg op Voel te schrijven?

Jazeker, ik heb net het contract getekend, deel twee verschijnt volgend jaar. De eerste versie van het verhaal is bijna af. Er volgen nog twee of drie versies voordat het naar de uitgeverij gaat. Ik ben blij dat er een tweede deel verschijnt, er liggen nog veel verhaallijnen open. De verhaallijn rond Emily’s moeder en twee broers, de ontwikkeling tussen Emily en Ducky. Ze maken een sprong van een half jaar, zijn teruggaan naar school. De toon is volwassener omdat ze gelijkwaardig aan elkaar zijn geworden. Dat haalt de spanning er niet af, want er dienen zich nieuwe problemen aan. Het verhaal wordt mooier, nu zijn ze samen sterk.’

Fotograaf: Ineke Oostveen.