Het is niet meer dan logisch dat ik mijn kleinzoon als eerste boek het prachtige prentenboekje De schrijfster, geschreven door Dick Bruna, voorlees. Schrijven en lezen vormen deel van mijn DNA en in januari 2020, als de zon haar stralen de kamer instuurt, de airconditioning de hitte comfortabel wegblaast, open ik het boekje.
Herinneringen aan de eerste jaren met mijn kinderen in Nederland komen terug. Ik zie mijzelf weer zitten op de bank in de huiskamer. Het was begin december 1992, een zwaarbewolkte dag en de temperatuur kwam niet boven de vier graden Celsius. De verwarmingsketel loeide en het was vroeg donker. Mijn beide dochtertjes nestelden zich naast me met de vraag het verhaal dat op dat moment hun favoriet was voor te lezen. En daarna nog een keer. En nog eens.
Kleuterhandschrift
Ik zie het woord dat mijn oudste dochter indertijd op de eerste bladzijde schreef. De tekst leest: ‘Dit boekje behoort tot’, met eronder een stippellijn. Op die stippellijn staat vol trots in peuterhandschrift de naam van mijn dochter achterstevoren geschreven. Ze was toen drie-en-een half jaar, kwam naar me toe en zei: ‘Kijk mama, ik heb mij geschrijft. Helemaal zelluf.’ Haar enthousiasme ontroerde me.
Vol trots op mijn dochters schrijfkunsten liet ik ’s avonds het boekje aan haar vader zien. Vertwijfeld keek hij naar het unieke woord op de pagina. Ik legde hem uit dat ze haar naam achterstevoren geschreven had en dat het niet een zelfverzonnen woord was of de naam van één of ander waspoedermerk. Kortgeleden las ik online dat het in spiegelbeeld schrijven bij kleuters normaal is en met het ontwikkelende kleuterbrein te maken heeft.
Nu ik mijn dochters eerste poging in het schrijven van haar naam terugzie, vraag ik me af of mijn dagelijkse voorlezen niet alleen haar woordenschat verhoogde, maar misschien ook haar schrijven ontwikkelde. Het lijkt me aannemelijk, maar ik heb geen idee of het klopt en andere vaardigheden, zoals bijvoorbeeld een fijne motoriek zijn natuurlijk ook van belang.
Onderzoek
De Nederlandse onderzoekster Dr Suzanne Mol concludeert o.a. dat, naast andere meewegende factoren: ‘Kleuters hebben meer kans op een grotere woordenschat en ontluikende geletterdheid naarmate ze meer worden voorgelezen door hun ouders. (p.35)’ *
Tevens wijst haar onderzoek op de positieve samenhang tussen (voor) leeservaring, lees- en taalvaardigheid én leesplezier.
Intuïtief weet ik ook dat de dagelijkse voorleesmomenten, toen als moeder en nu als oma, nog meer positieve waarde hebben. Het zijn koestermomenten die verbinden, versterken, verblijden, verbreden en verrassen, en indrukken achterlaten.
Kinderboeken zijn als fotoalbums
Ik wijs mijn kleinzoon de regel aan waar zijn tante jaren geleden in het boekje schreef en vertel hem, maar meer mijzelf, hoe blij ik ben dat haar achterstevoren geschreven naam bewaard is gebleven. Dat het zien van die bladzijde, ruim achtentwintig jaar later toegang geeft tot veel herinneringen. En dat ik eigenlijk nooit goed beseft heb dat kinderboeken ook zijn als fotoalbums; ze triggeren een herinnering, een gevoel, een periode, een moment, een leven. En mijn ervaring vertelt mij dat het herhaaldelijk voorlezen van geliefde kinderboeken afbeeldingen in het geheugen creëert die een leven lang meereizen.
- Mol., S. E. (2022). Het belang van voorlezen en zelf lezen voor kinderen en adolescenten: Meta-analyse van het verband tussen (voor)leeservaring en leesvaardigheid. Amsterdam: Stichting Lezen