‘Iedereen mist wel iemand. En iedereen wordt gemist,’ zegt Vito, de beste vriend van de negenjarige verteller Deetje in Vanaf hier kun je de hele wereld zien van Enne Koens. De roman, bekroond met een Bronzen Griffel, is een gelaagde zoektocht naar verbinding en herkomst.
‘Hier’ in de titel verwijst naar de torenflat, waarin Deetje met haar moeder woont. De flat en de wijk eromheen zijn het universum van Deetje. Ze kent er iedereen bij naam: de postbode Bilal, de norse oude vrouw Elly van de benedenverdieping, de bovenbuurvrouw Grazia die wel eens beroemd is geweest en natuurlijk de families van haar vrienden Vito en Kevin. Zelf heeft Deetje op haar moeder na geen familie, en omdat zij in niets lijkt op haar moeder, gelooft Deetje dat ze geadopteerd is.
‘Ik wil alleen maar dansen, mijn hart zo open als een winkeldeur op koopzondag,’ zegt Deetje over zichzelf. Haar moeder daarentegen is georganiseerd, handig en ingehouden. Van haar moet alles snel gebeuren, ook brieven op de post doen. Deetje daarentegen kijkt graag rond, en naar de grond. Daar vindt ze een brief, die haar nieuwsgierigheid wekt en grote gevolgen zal hebben voor haar leven.
Vervlogen droom
De brief is retourpost, waarvan de geadresseerde onleesbaar doorgekrast is. De afzender is evenmin duidelijk. Deetje fantaseert erop los over de mogelijkheid dat de brief bedoeld is voor een van haar buren. Als ze op onderzoek uit gaat, komt ze in het voorbijgaan meer te weten over zowel de mysterieuze Grazia en de tweeëntachtigjarige Elly als over de nieuwe gymleraar meester Mo. Dat postbode Bilal hartzeer heeft, wist ze al. Maar vooral leert ze daarbij zichzelf beter kennen.
Het is Grazia die haar de spiegel voorhoudt. Als ze het hebben over Deetjes moeder, zegt zij: ‘Hoe komt ze aan jou, een kind met de kleur van karamel?’ Dan pas kijkt Deetje goed in de spiegel en realiseert zich hóe anders ze is dan haar moeder. ‘Ik dacht dat ik de enige was die het zag. Ik dacht dat ik in mijn veilige hoofd kon dromen van een ander leven, zonder dat andere mensen ook iets dachten.’
Toch durft ze haar moeder pas met haar nieuwe kennis te confronteren nadat ze in hun bezittingen een foto heeft gevonden van twee mensen van haar kleur met een baby – Deetje. De moeder ontkent Deetje’s adoptievermoedens, maar praten wil ze niet, niet over Deetje’s herkomst, niet over haar eigen familie. Integendeel: ze wordt nog serieuzer, strenger en geslotener dan ze al was. Op den duur krijgt Deetje wel hulp van buurvrouw Elly, die al heel lang in de flat woont, en van mama Veronica, de luidruchtige, koekjes bakkende moeder van Vito.
Een kettingreactie
Tussen de bedrijven door is er nog steeds de brief die in Deetjes hand brandt. De brief zet een hele kettingreactie op gang, met vele zijpaden uiteraard, want dit is literatuur en geen natuurkunde. Een van de geestigste uitweidingen is de hardnekkigheid waarmee Vito verkering met Deetje wil hebben. ‘Je bent negen,’ reageert Deetje, waarop de slimme Vito: ‘Bijna tien. En trouwens, mensen van negen hebben ook gevoelens.’ Uiteindelijk laat Koens Deetje Vito’s verzoek afslaan met een kien understatement dat de toon van de roman typeert: ‘Ik wil vrij zijn.’
Er zit een weemoedige ondertoon in de snedige dialogen, waaraan de roman rijk is. Dat, samen met de levensechte uitwerking van de thematiek, maakt dat Vanaf hier kun je de hele wereld zien ook voor oudere lezers boeiend is. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het ware verhaal van Deetjes herkomst te zwaar is voor het publiek van negen plus, waarvoor het boek bedoeld is – was het niet dat Koens het met zo’n tact en schik aanpakt dat er juist iets moois uitkomt.
En de brief? Ja, ook die vindt zowel zijn geadresseerde als zijn afzender.