Held of schurk is een geschiedenisboek voor kinderen van tien jaar en ouder. Het eindigt zoals het begint: met de hoofdfiguur, over wie de lezer mag oordelen of het een schurk was of een held, als mummie. In het eerste hoofdstuk zijn dat verschillende farao’s in hun grafkelders en in het laatste Mao in zijn kist in Bejing. Zij waren machthebbers die voor de eeuwigheid bewaard moesten blijven zodat de toekomstige generaties hen nog als een soort heiligen zouden kunnen herinneren. Benjamin Goyvaerts, die in België een podcast ‘Geschiedenis voor beginners’ maakt en geschiedenisleraar is, maakte Held of schurk samen met Yasmina Faid die cultuurlessen geeft. Hun boek is geen geschiedenisboek in algemene zin. Ze hebben gekozen voor elf hoofdstukken met schavuitachtige verhalen die vooral zijn gebaseerd op anekdotes en excessen. Daardoor lijkt Held of schurk af en toe een beetje op een moppentrommel. Dat kan een neerbuigende kwalificatie zijn voor wie een afgewogen leerboek verwacht, maar het is duidelijk dat de auteurs er vooral lol in hadden te laten zien dat de geschiedenisboeken vol bizarre feitjes en grappige voorvallen zitten. En als jonge lezers daardoor nieuwsgierig worden naar de grote verbanden waaruit die verhalen voortkomen is dat mooi meegenomen.
Opvallend is dat de meeste hoofdstukken van de elf over heersers of veldheren gaan maar ook enkele over ‘gewone’ helden. Bovendien bestrijken de hoofdstukken de tijd van de Egyptenaren tot het maoïstische China en in geografische zin de hele wereld in zijn volle breedte.
De heersers zitten vooral in de eerste hoofdstukken: de farao’s, de wreedste Romeinse keizers, Karel de Grote, Ivan de Verschrikkelijke, de Ottomaanse sultans en Napoleon. In het laatste hoofdstuk komt daar Mao nog bij. De ‘helden’ van andere orde zijn bijvoorbeeld Rosa Parks, Josephine Baker, Pablo Escobar en Columbus.
Motorrijder
Alle hoofdstukken beginnen met een tijdlijn en een pagina met vijf dingen die je over het onderwerp moet weten vóór je aan het hoofdstuk begint. Daarna varieert de aanpak. Soms zijn het korte biografietjes, dan weer een quiz, dan weer een spel (Hoe kun je ontsnappen uit het Paleis van de sultan?) en dan weer een (fictief) logboek van de besproken figuren. Tussen de tekst door staan blokjes met aardige weetjes of grapjes. Die zullen trouwens voor kinderen niet altijd meteen duidelijk zijn: zo is een eenregelige recensie van ‘Het communistisch manifest’ van Marx (‘Eindelijk een boek over opstanden en revolutie. Ik ben overtuigd. Strijd is de enige weg’) ondertekend met ‘Che, motorijder’ terwijl Guevara in het boek niet sprake komt.
De schrijvers slagen er niet altijd in het uitgangspunt van het boek – zijn de beschrevenen helden of schurken of misschien ook wel beide? – even sterk over het voetlicht te brengen. Als voorbeeld het Romeinse hoofdstuk: aan keizers zoals Caligula, Nero en Commodus valt, ook na lezing van hun verhaal, nauwelijks iets positiefs te ontdekken: het zijn alleen hun schurkenstreken die aan bod komen. Er wordt één andere keizer opgevoerd, Aurelius, maar die lijkt dan weer alleen een goed mens te zijn. Je krijgt in dit hoofdstuk dus hooguit de indruk dat er goede en slechte (lees: wrede) keizers waren, maar dat die karaktereigenschappen niet in één persoon te vinden waren.
Geschiedenisles
Het tegenovergestelde komt ook voor, zoals in het hoofdstuk over rassenongelijkheid in de VS. Aan Rosa Parks (de zwarte vrouw die in 1955 weigerde in de bus op te staan voor een witte) valt weinig schurkachtigs te ontdekken. Evenmin aan bekendheden als Josephine Baker en Alan Turing uit andere hoofdstukken. Toch gebeurt het soms ook wel. De auteurs leggen de vraag of ze schurken of helden waren wel uitdrukkelijk op tafel bij bijvoorbeeld Napoleon, Escobar en Columbus.
Er valt dus wel wat aan te merken op Held of schurk. Maar het is de vraag of de verdienstelijke poging van de schrijvers om interesse voor geschiedenis te wekken door deze kritiek recht wordt gedaan. Een breed onderwerp als dit over een periode van 4500 v.Chr. tot heden en een breedte die de hele wereld bestrijkt is natuurlijk niet in 224 pagina’s te beschrijven. Dat is ook niet de bedoeling geweest. Dat zal wel zijn geweest de behoefte kinderen smakelijke verhalen op te dissen waardoor ze in de geschiedenislessen nieuwsgierig worden. Dan kan ook worden uitgelegd wat de auteurs bijvoorbeeld bedoelen met een zin als ‘De verschillende manieren waarop mensen naar Ivan [de Verschrikkelijke] kijken, leren ons vooral iets over onze eigen tijd’. Als er bij lezing van die zin één kind in de klas de vinger opsteekt om te vragen ‘Wat dan?’ heeft Held of schurk voldaan.