Otis’ redding van Mirjam Mous begint met een harde klap. Zestienjarige Melvin Junior en zijn broer Otis zijn urban explorers of urbexers, ze onderzoeken leegstaande gebouwen. Ook vandaag gaan ze op expeditie, naar een nieuwe ontdekking van Otis: het Jagershuis. Zoals gewoonlijk is Melvin op alles voorbereid, in zijn rugzak twee repen, een fles water, een EHBO-doosje, twee paar snijbestendige handschoenen, zaklampen met reservebatterijen en een zakmes. Hij laat niets aan het toeval over. Otis draagt het statief en de cameratas en steekt de weg over naar Godzilla, zijn tweedehands Audi.
‘Achter me wordt er op het raam geklopt.
Ma, natuurlijk. Het maakt niet uit of we op werkweek of even naar de snackbar gaan. Ze moet en zal ons uitzwaaien.
Als ik omkijk, zie ik haar gezicht verstarren. Ze slaat haar hand voor haar mond en meteen daarna klinkt er een luide dreun tussen de huizen. Ik schrik met mijn hele lijf en mijn ogen vliegen naar de straat, dezelfde straat die Otis daarnet nog aan het oversteken was en…’
Een schokkend begin
Het eerste hoofdstuk, de klap, Otis die niet alleen aangereden wordt maar ook sterft: het begin van Otis’ Redding is ronduit schokkend. Gelukkig eindigt de flaptekst met hoopvolle woorden: ‘Melvin gaat op onderzoek uit en doet een mysterieuze ontdekking. Misschien kan hij Otis nog redden!’ Wat die mysterieuze ontdekking is, daar moet de lezer even op wachten. Toch zijn er van het begin af aan aanwijzingen. De hoofdstukken hebben ieder een datum en tijd als titel, dat kan toch geen toeval zijn? En hoe komt het dat sommige hoofdstukken op wit papier gedrukt zijn en anderen op grijs? Heeft dat misschien ook iets met tijd te maken? Het boek maakt daarmee vanaf de eerste bladzijde nieuwsgierig en ook daarvoor al. De titel, Otis’ Redding, is vast niet zomaar gekozen.
Een detective met karakterontwikkeling en echte emoties
Het boek leest als een detective, waarbij de lezer op een slimme manier aan de hand genomen wordt. Elke zoveel hoofdstukken zet Melvin zijn bevindingen in zijn logboek op een rijtje. Hij komt algauw te weten dat het ongeluk van zijn broer helemaal geen ongeluk was. Natuurlijk laat hij het daar niet bij zitten. Hij moet en zal erachter komen wie zijn broer vermoord heeft en of hij die moord kan voorkomen. Dit is waar het boek echt interessant wordt, want deze taak — voor niemand makkelijk — is voor Melvin een extra uitdaging. Doordat hij en Otis hun vader al jong verloren zijn aan een ongeluk met een kettingzaag, heeft Melvin zich altijd aan zijn broer vastgeklampt. Dat gaat nu niet. Hij moet ineens alles zelf doen. Mous weet Melvins karakterontwikkeling op natuurlijke manier door het verhaal te weven, nergens ligt het er te dik bovenop.
Datzelfde geldt voor het andere thema van het boek: liefde voor familie. De emoties in het boek zijn levensecht, zonder dat ze melodramatisch worden. Mous geeft haar detective daarmee diepgang, waardoor het boek nog moeilijker weg te leggen is. De liefde van Melvin voor zijn moeder en broer, zijn verlangen naar zijn overleden vader, Mous overtuigt in iedere zin. Ook het verdriet van de moeder om haar man en zoon wordt op liefdevolle en geloofwaardige manier beschreven.
Pakkend, ook voor tieners die weinig lezen
Afgezien van de gewelddadige dood van Otis, is het boek niet schokkend of lastig te lezen. De leeftijdsaanduiding van 15+ is daarmee mogelijk ietwat strikt. Het zijn vooral de eerste paar hoofdstukken die heftig overkomen. Voor een dertien- of veertienjarige die de flaptekst gelezen heeft en dus weet dat Otis misschien nog gered kan worden, zal dit boek waarschijnlijk ook nog goed te behappen zijn. Het is een sterk verhaal, ook voor tieners die anders mogelijk niet tot lezen komen: pakkend, goed leesbaar en met échte emoties en karakterontwikkeling. Een aanrader!