Het lukt de Britse prentenboekenauteur Rachel Bright telkens weer om jonge kinderen een levensles te bieden op een manier die tegelijk liefdevol, vrolijk en duidelijk is. Uitgekristalliseerd en doordacht weet ze alle onderdelen van het verhaal toe te spitsen op die ene vaardigheid waarop ze de nadruk wil leggen. In Twee vechtende eekhoorntjes bood ze handvaten om ruzies op te lossen en de bestseller Een leeuw in de muis liet zien hoe je groots kan zijn, zelfs als je klein bent. Ook in Wolfje wil naar huis lukt het haar om een heldere boodschap mee te geven.
Wolfje voelt zich binnen de veiligheid van zijn gezin al een hele wolf. Hij jaagt en hij plaagt, hij huilt het hardst van allemaal. Als de roedel moet verhuizen naar een andere grot, meent Wolfje dat hij wel voorop kan. Maar de tocht valt tegen, Wolfje kan de roedel niet bijhouden en zo begint voor Wolfje een groot avontuur. Een stoet van pooldieren, waaronder de narwal, eland en de beervlinder, ontfermt zich liefdevol over het kleine Wolfje. Samen speuren ze de pool af, op zoek naar de roedel. De boodschap is duidelijk: ook een stoere wolf heeft af en toe hulp nodig en doet er dan goed aan dit te accepteren. Het einde is prachtig en maakt dat je het boek dichtslaat en onmiddellijk weer opent: nog een keer!
Stemmingen leren peilen
De keus voor illustrator Jim Field blijkt opnieuw goed. De stijl van Field en de keuzes die hij maakt vullen de boodschap die Bright in haar verhaal legt goed aan. Field weet Wolfje en de andere dieren telkens weer een passende gelaatsuitdrukking te geven, wat het voor jonge kinderen makkelijker maakt om de stemming van Wolfje te peilen: bang, boos, blij of bedroefd. Dit combineert hij met stemmige landschappen en besneeuwde toppen. Zijn illustraties maken het aannemelijk dat Wolfje de weg kwijtraakt: deels omdat het zo’n zware tocht is, deels omdat Wolfje zo geïnteresseerd is in al het nieuwe om hem heen. Jonge kinderen zullen dit zeker herkennen. Je bent even afgeleid en ineens is mama weg!
Ritme en rijm in de vertaling
Bette Wetera laat zich niet onbetuigd bij de vertaling van dit verhaal. Haar gevoel voor ritme en rijm zorgt voor een prettig leesbare vertaling. Het vertalen van rijm is nooit makkelijk, wanneer kies je voor rijm en wanneer voor de inhoud? Wetera maakt hierin goede afwegingen en als ze besluit het rijm even weg te laten legt dat op een inhoudelijk mooie manier nadruk op een gebeurtenis. Haar keuzes resulteren in een tekst die soepel voorleest en die je gerust nog een keer wil voorlezen, en nog een keer.
Aanknopingspunten voor gesprekken
Het enige wat niet helemaal duidelijk wordt, is hoe het de helpende dieren lukt om het probleem van de vermiste roedel op te lossen. Zijn ze lukraak de hele pool aan het afzoeken of is er een plan? Hierin zit gelukkig ook meteen een doorvraag-kans: hoe denk jij dat ze de roedel terug gaan vinden? Want zoals elk goed prentenboek betaamt, biedt ook dit boek mogelijkheden om buiten het thema om gesprekjes te hebben met een (jong) kind. Kijk eens naar de gezichtjes van de dieren, hoe voelen zij zich? Wat zie je allemaal op de Noordpool? Sneeuw, ijs, rotsen, noorderlicht, sterren, mist, water? Welke dieren kom je tegen? Herken je de dieren in het noorderlicht?
Het boek biedt ook goede steun voor wat oudere kinderen met bijvoorbeeld een ontwikkelingsstoornis of een taalachterstand. De boodschap ‘je mag je best laten helpen, soms is dat nodig’ is ook voor hen van belang. De herkenbare emoties helpen bij het trainen van de taal die bij de emoties hoort. En er is genoeg om over door te praten. Hoe kan het dat de roedel niet in de gaten heeft dat Wolfje verdwijnt? Is dat wel aardig van ze? Hoe kan het ijs zomaar barsten? En voor volwassenen, toch meestal de aangewezen personen als het op voorlezen aankomt, bieden de goedverzorgde prenten voldoende fraaiheid en details om het voorlezen met plezier vol te houden. Een boek om lang samen van te genieten.