Skip to content
Dat boek met die bananen

Een boek vol bananen

Schrijver Erik van Os heeft in Dat boek met die bananen maar liefst 21 ‘kromme’ versjes geschreven over – zoals de titel doet vermoeden – bananen. Zijn versjes worden op aantrekkelijke wijze ondersteund door illustraties van Jan Jutte, waardoor kinderen hun ogen kunnen uitkijken terwijl de voorlezer de amusante teksten voordraagt.
Dat er een heel kinderboek aan de banaan gewijd zou worden, was enkel een kwestie van tijd. Dankzij de Minions – de olijke, gele mannetjes uit de langlopende filmreeks Despicable Me – heeft de kreet ‘banana!’ de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen. Dat Van Os het fruitstuk uiteenlopende charmes toedicht in zijn 21 versjes, is dus perfecte timing.

Een banaan die moeilijk doet
Veel, zo niet alle aspecten van de banaan worden toegelicht in dit boek. Het eerste versje ‘Bananen kunnen zo moeilijk doen’ gaat over het pellen van de banaan en hoe moeilijk dat soms kan zijn. ‘Bananen kunnen zo moeilijk doen. / Ik krijg ze vaak niet open.’ leest het gedicht. Daarop hoopt de ik-persoon dat er ooit bananen verschijnen met een rits of klittenband. Het versje wordt vergezeld door een tekening van een banaan die zijn schil draagt als een jas met knopen.

Tezamen genomen is het een geinige aftrap van het boek, dat inspeelt op de banale struikelblokken van het leven (het niet kunnen pellen van een banaan) en hoe dat tot fantaseren aanzet. Kinderen zullen zich aangespoord voelen nog meer pel-methoden te verzinnen.

Bananenlessen
Maar Van Os blijft niet hangen in enkel onbezonnen vrolijkheid en fantasie, een moraal gaat er bij tijd en wijle ook best in. De laatste regels van het naamloze tweede versje (waar de tekst de vorm heeft aangenomen van een banaan) luiden: ‘van de maan kun je niet op aan; geef mij maar een banaan. De ene keer wat krommer dan de andere misschien, maar een banaan durft altijd zichzelf te laten zien.’ Wees jezelf, lijkt het gedicht te willen zeggen, en niet zoals de maan, die constant andere vormen aanneemt en nooit zijn ware ik vertoont. Het is een goed bedoeld bericht, maar ook ietwat beperkend: waarom zou een persoon zichzelf niet op verschillende manieren kunnen uiten en moet hij zich beperken tot één vorm?

Deze eerste twee versjes zetten de toon voor de rest van het boek. Sommige versjes leunen op woordgrapjes of creatieve visuele verbeeldingen, andere zijn serieuzer van aard en willen een bericht overbrengen. De beste versjes combineren deze twee eigenschappen, zoals het versje Operatie. Hierin wacht iemand op hoe de ziekenhuisoperatie van zijn banaan zal verlopen. Er was namelijk een verdacht bruin vlekje op diens schil dat weggehaald moest worden. De parallel met kinderen die in de wachtkamer in spanning afwachten op vrienden of familieleden die een operatie ondergaan, is snel getrokken.

Zonder het al te dramatisch te maken, eindigt het versje met de ik-persoon die de fruitschaal vast een kaartje stuurt waarin hij de banaan beterschap wenst. Aandoenlijk, en bovenal knap hoe Van Os een ingewikkeld thema als onvoorspelbare ziektesymptomen en de mogelijke gevolgen daarvan weet te verpakken in een bananenjasje.

Sinterklaas
Dat niveau wordt helaas niet overal aangehouden. Sommige versjes zijn te vergezocht of missen een sterke clou. Batterij op gaat over een ik-persoon die nog geen mobieltje heeft en dus zijn banaan als telefoon gebruikt, ware het niet dat de batterij van de banaan zogenaamd opgeladen moet worden. Het beeld van iemand die een banaan bij zijn oor houdt als een telefoon, is bekend. Maar dit versje doet er verder weinig mee, en het onlogische van een banaan opladen is niet sterk genoeg als grap om de tekst te dragen. De bijbehorende tekening is eveneens wat vlak: er wordt een aap afgebeeld, in pak, die een banaan tegen zijn oor houdt. Hier had meer in gezeten.

Een versje over bananen die bananendrank drinken en zich afvragen of dat ze tot kannibalen maakt, voelt vreemd en misplaatst. Wil een ouder echt voor het slapengaan aan diens kroost uitleggen wat kannibalisme inhoudt? Het zal niet tot fijne dromen leiden.

De vers De aap van Sinterklaas is ook een vreemde eend in de bijt. Hierin heeft de ik-persoon ‘s avonds een banaan in zijn schoen gelegd voor de aap van Sinterklaas, en verbaast hij zich erover dat het fruitstuk er de volgende ochtend nog ligt. Wat blijkt? Sinterklaas heeft een paard, geen aap. Dat was de ik-persoon even vergeten. Of er ooit iemand is geweest die zich hierin heeft vergist, is de vraag.

Verrassende illustraties
21 versjes, zo toont Dat boek met die bananen, is allicht te veel eer voor de banaan. Van Os valt vaak terug op het gegeven dat bananen krom zijn, wat het geheel repetitief dreigt te maken. En de versjes die dat niet doen, daarvan zijn ofwel de moralen lastig te begrijpen of de clou is niet helder genoeg. Verveling wordt gelukkig voorkomen door de tekeningen van Jutte, die vele stijlen aannemen en daarom elke bladzijde verrassen.

Opvallend is dat een van de beste versjes niet over een banaan gaat, maar over een peer in blik die worstelt met zijn bestaan: is hij nog wel een peer nu hij in partjes gesneden is? Dat is een leuke vraag, maar wellicht wat te existentieel voor het beoogde jonge publiek. Of juist niet?

 


Dit is de tweede en tevens laatste recensie van Douwe Nagelmaker. Tot onze spijt kregen wij onlangs bericht dat hij op 18 maart jl. is overleden.
Wij waren erg blij met zijn medewerking aan onze website en hadden hoge verwachtingen van hem.
We wensen zijn familie en vrienden veel sterkte toe.
Redactie Jong Literair Nederland
Dat boek met die bananen
Verschenen bij: Uitgeverij Gottmer
ISBN: 9789025776046
40 pagina’s
Prijs: €13.99
Verschenen: 2022