Puck Koper schreef én illustreerde Water is voor vissen, een boek dat zwemlessen verpakt in een narratief over een scheepsbemanning op zee. Het kleine meisje Kaat groeit op tussen zes zeemannen die haar op een eigenzinnige manier leren zwemmen, maar een sprong in de zee mag ze niet wagen. Waarom dat zo is, onthult Koper op ontroerende en grappige wijze.
De zee is en blijft een dusdanig romantische setting dat die haast gemáákt lijkt voor verhalen. Zij is altijd in beweging, er schuilen dieren onder het oppervlak, en wie over de golven vaart zal moeten dealen met hoogte- én dieptepunten; een metafoor voor het leven is zo gevonden.
Een leven op zee is alles wat hoofdpersonage Kaat lijkt te kennen. Hoe ze op het niet bij naam genoemde schip vol zeemannen terecht is gekomen, wordt niet uitgelegd. Maar dat ze nergens anders wil zijn, is duidelijk: vanaf de eerste bladzijde beschrijft ze hoe fijn ze het vindt boven haar de mannen op het dek te horen werken, terwijl zij in haar kooi ligt te slapen (zo noem je een bed aan boord van een boot, verklaart het boek).
Zwemlessen
Eenmaal opgestaan staat Kaat met de mannen op het dek ademloos te kijken naar een school walvissen die rond het schip springt en speelt. ‘Hele grote en ook een kleintje!’ Het zou net zo goed Kaat en de bemanning kunnen voorstellen. Die mannen zijn overigens Kees, Nelis, Sjon, Wiebe, Arie en Muis, personages die snel te herkennen zijn aan de uiterlijke attributen die Koper ze meegeeft. Geïnspireerd door de zwemmende walvissen besluit Kaat dat ze ook wil kunnen zwemmen. ‘Dan kon ik overal naartoe zwemmen waar ik maar wilde,’ zegt ze verheugd. Tot haar verbazing staan de mannen niet te springen om het haar te leren. ‘Water is voor vissen,’ menen ze. Maar net als Pippi Langkous zich staande wist te houden in een wereld vol bonkige mannen, zo weet ook Kaat de zeemannen ervan te overtuigen haar toch zwemlessen te geven. Daarop geeft elke man haar een eigenzinnige interpretatie van een zwemles en zijn de heren door Kopers kundige vertelwijze nog beter van elkaar te onderscheiden.
Die lessen behelzen het overgrote deel van het boek en zijn ieder fantasievol bedacht. De zwaardvis-kikker-rog-paling-zwemtechniek zal menig lezer bijblijven (en hij is ook nog eens van praktisch nut!), evenals de handige hand- en armsignalen die zwemmers gebruiken als ze in nood zijn, zoals de er-zit-een-haai-aan-mijn-tenen-te-knabbelen-wiebel.
Het hoe en waarom de zeemannen Kaat overdadig veel zwemlessen geven, maar het haar verbieden in de zee te zwemmen, blijkt Kopers troefkaart. Ze geeft de bemanning op de valreep van het boek een driedimensionaliteit die al het voorgaande in een ander licht zet en ieder personage (soms pijnlijk) menselijk maakt.
Mooie en nuttige illustraties
Koper heeft ervoor gekozen de o zo romantische zee te portretteren als een bovenal grijs gebeuren, met spaarzame hinten van lichtblauw en dieprood op het schip. Dat zou deprimerend kunnen maken, maar haar tekenstijl is levendig en fantasierijk. Bijna elke bladzijde geniet een illustratie die op het eerste gezicht grof getekend overkomt, met slordig ingekleurde voorwerpen die bestaan uit eenvoudige lijnen. Maar wie goed kijkt, ziet hoe verfijnd de illustraties zijn in hun details. Een tekening waarin hoofdpersonage Kaat in bad zit, omringd door vissen en een krab, is vrolijk stemmend genoeg – je zou er bijna de waslijn op de achtergrond door over het hoofd zien, waar de onderbroeken en sokken van de bemanning hangen te drogen. Het maakt Water is voor vissen tot een voorleesboek waar bij elke bladzijde stilgestaan mag worden om de verhaalwereld goed op te nemen.
De levendige tekeningen zijn noodzakelijk voor het boek, aangezien de teksten – met typografie van Lyanne Tonk – niet altijd tot de verbeelding van een jonge lezer zullen spreken. Termen als kombuis, luchthapper, patrijspoortje en een haring kaken worden enkel bij uitzondering toegelicht. Koper schuwt niet de lezer aan te sporen zelf te achterhalen welk woord wat betekent aan de hand van haar tekeningen. Dat zet aan tot actief lezen en het gebruikmaken van de eigen fantasie, bovenop de reeds fantasierijke vertelling. Het maakt Water is voor vissen een fijne leeservaring voor jong en oud die des te meer bewijst dat de zee eindeloos verhaalvertier biedt.