Lo woont in de stad. In de zomer gaat hij altijd met zijn moeder naar het dorp. Voor de rust en de stilte. Ze verblijven in de zomerwoonwagen, achter de de schuur van koeboer Ome Dik. In het dorp ontmoet Lo Jet. Jet woont in het dorp, met haar vader Teun. Er zijn twee Jetten in dorp. Je hebt namelijk Jet van Teun en je hebt Henriette, die heet ook Jet als ze thuis is. Gelukkig weet de mevrouw van de winkel dat allemaal. Zij kent iedereen in het dorp en is van alles op de hoogte. De mensen kletsen graag in de winkel. Als je iets niet weet of iemand zoekt kan je het daar altijd vragen.
Je hebt niet zoveel nodig
Hoog in de boom begint de zomer is een boek van Wouter Klootwijk over de kleine geneugten van het dagelijks leven. Jet laat Lo zien dat je helemaal niet zoveel nodig hebt voor een leuke en gezellige dag. Vanuit de boom de mensen bekijken die door het dorp wandelen. Of een schaap redden dat op zijn rug ligt. Samen proberen ze de kapotte graafmachine weer aan de praat te krijgen.
Jet is kinderlijk onbevangen, nieuwsgierig en altijd vrolijk. Ze komt steevast vies thuis, niemand vindt dat erg. ’s Ochtends trekt ze weer schone kleren aan en ze wast haar kleren in haar zelfgemaakte wasmachine. Ze ziet eigenlijk nooit problemen en heeft voor alles, een vaak simpele, oplossing. Als je niet wil dat je kleding naar je tante ruikt, dan maak je gewoon een papieren jurk van een oude kippenvoerzak. Jet mag altijd alles, ‘want ik mag nooit iets niet. Maar ik hoef ook niet veel te mogen.’ Ze fladdert door het dorp en weet altijd wel iets te doen. Ze is ook best stoer, klimt in bomen en waadt door de sloot. Lo vindt dat allemaal heel leuk. Met Jet is altijd wat te beleven.
Een idyllisch dorpje waar de wereld omheen niet bestaat
Het dorp doet je denken aan zo’n stil Frans dorpje in de zomervakantie. Het is er niet druk en het lijkt alsof er bijna niemand op straat is. Je krijgt het idee dat er ook niemand is die zich met je bemoeit. Zo hoor je zelden iets over de ouders van Jet en vindt iedereen alles wel prima. Maar toch kent iedereen elkaar en weet men wat er gaande is. Piet van de post, die uit de bocht vliegt met de pakketfiets omdat hij achterna gezeten wordt door een hond. Ome Gerrit van de gele graafmachine, die altijd helpt als iemand zwaar werk te doen heeft op het land. En bij de Spar kun je taartjes halen en het raam van de winkel kun je als spiegel gebruiken. Wouter Klootwijk geeft je het idee dat de wereld buiten het dorp niet bestaat. Deze is ook niet belangrijk voor de mensen in het dorp. In het dorp is immers alles wat je nodig hebt.
Geel en groen
Het boek is door Esther Leeuwrik geïllustreerd met mooie, zachte tekeningen in voornamelijk pastelgele- en groene tinten. Het zijn gemoedelijke illustraties die een bepaalde uitstraling geven aan het boek. Ze zijn vriendelijk en een beetje dromerig, maar ook vrolijk en illustratief, waardoor je een goed beeld krijgt bij het verhaal. Een afbeelding van de wasmachine van Jet, van de graafmachine en van de pakkenfiets van Piet, de illustraties onderschrijven de luchtige, ongedwongen sfeer van het verhaal. Even helemaal weg in de onschuldige wereld van Jet en Lo.
Het verhaal mist een duidelijke spanningsboog, maar dat lijkt juist wat Wouter Klootwijk neer wil zetten. De dagen hoeven niet altijd spannend en avontuurlijk te zijn. Hoog in de boom begint de zomer is een klein gezellig boekje. Over het eenvoudige leven waar iedereen stiekem een beetje naar verlangt. Ongecompliceerd en zonder haast en verplichtingen. Zo hoopt Lo dat de zomerwoonwagen ook een winterwoonwagen wordt. Want de zomer is voorbij dus hij moet weer terug naar de stad. Jet blijft in het dorp.
Hoog in de boom begint de zomer, maar wel maar tot halverwege want hoger durft Jet eigenlijk niet.