Skip to content
Column door Petronella Catharina

Bladzijden zonder tekst

Ik verschoon mijn kleinzoon en zing: ‘Ik zag twee beren broodjes smeren…’ Vanaf mijn kinderjaren reist het berenlied in mijn Nederlandse repertoire mee, maar nu vraag ik me af of mijn kleinzoon eenzelfde begrip van de woorden zal ontwikkelen als mijn kinderen indertijd. Of hij de humor ervan zal snappen. Immers, mijn kinderen groeiden die eerste babyjaren op in Nederland en hoorden enkel Nederlands. De taal die ik sprak werd versterkt door de omgeving. Maar mijn kleinzoon hoort alleen mij in het Nederlands spreken in een verder Engels communicerende omgeving. Zal hij leren begrijpen wat ik zeg als niets ervan door de omgeving versterkt wordt? Breng ik hem niet in de war door Nederlands met hem te spreken, en Engels met zijn ouders en de rest van Australië?

De taal van de liefde
Op zoek naar een geschikt voorleesboekje merk ik dat ik geen Nederlandse baby voorleesboeken heb en mijn blik gaat naar de rij Engelse kinderboeken die er ook staan. Ik neem een boek met een harde kaft van de plank en lees de titel: Baby Ways. Het is een Engels boek met op iedere harde pagina een gezicht van een baby. Witte baby’s, zwarte baby’s, baby’s met blauwe ogen, bruine ogen, geen haar, plukjes rood haar. Baby’s spelend met blokken, of in bad. Baby’s die eten, baby’s die slapen. Een boek vol met plaatjes van nul tot anderhalf jaar oude kinderen in allerlei soorten, maten, kleuren en dagelijkse activiteiten. Er is bijna geen tekst. Het is een boekje dat een universele taal spreekt. De taal van de liefde voor baby’s. De taal van het er mogen zijn. De taal van groei. De taal van verhalen. De taal die zegt dat ieder mens verschillend is, dat zoiets mooi is, dat we van elkaar kunnen leren en met elkaar kunnen spelen en dat we in de kern allemaal gelijk zijn. Het is een machtig mooie taal die ongeschreven in dit boekje staat. Baby’s van de wereld; overal anders en toch hetzelfde. Baby zijn, voelen, ontdekken, groeien.

Veilig in de taal
Ik lees mijn kleinzoon uit dit boekje voor. In het Nederlands. ‘Wat denk je dat de baby aan het doen is? Zie je hoe ze met de gele eend in het badwater speelt en zichzelf nat spettert?’ Mijn kleinzoon, tevreden in mijn armen, kijkt me aan en ik realiseer me dat hij zich veilig voelt. Het voorlezen betekent op dit moment veiligheid en warmte. Liefde. Aandacht. Het opnemen van klanken.

En ik besef dat uiteindelijk de geschreven taal niet zoveel uitmaakt, maar dat de vertelstem en de woorden die de voorlezer gebruikt van uiterst belang zijn. De toon. De gezichtsuitdrukking. Bladzijden zonder tekst, of voelboekjes zoals ‘Ik hou van jou,’ schenken prachtverhalen in een grote hoeveelheid talen. Mijn waardering voor beeldboeken groeit. Zo ook voor de illustratoren die door hun prenten voor prachtige verhalen zorgen.