Skip to content
Smaakspoken, het geheim van de zeven smaken

A ‘little pit’ geeft je hele leven power!

Opgelet, ‘ouders-slash-verzorgers’. Heb je kinderen die de keukenkastjes uitkammen op zoek naar bijzondere specerijen? Kroost dat zich in de finale van Junior Masterchef droomt? Of juist kinderen die alles wat buiten de categorie macaroni-met-ketchup valt met lange tanden wegkauwen? Dien dit boek op. Want wat je aan de leestafel serveert, kan zomaar wondertjes verrichten aan de daagse dis. Die wens moet Daan Faber voor ogen hebben gehad toen hij begon aan Smaakspoken. Om kinderen iets mee te geven over de rijke wereld die het eten op je bord biedt. Of zoals de website smaakspoken.nl het verwoordt: ‘een gemeenschappelijke taal bieden om te beschrijven wat je dagelijks in je mond stopt’. Een leerzaam boek dus. En dat had heel gemakkelijk een vervelend boek kunnen worden, maar Faber beheerst zijn receptuur uitstekend en kokkerelt vaardig een lekker weghappend verhaal bij elkaar. Snufje Christmas Carol, snuifje Willem Wever.

Italiaans voor bitter
Dat verhaal draait om de jonge Puck en haar vader, de immer te druk voor haar zijnde chef Maro. Ze wonen boven zijn restaurant A’maro, Italiaans voor bitter, wat alvast een zinspeling is op het verdriet dat achter het fornuis stilletjes meekookt. Maro weert sinds Pucks moeder overleed, een jaar eerder, zijn dochter steeds uit zijn keuken met de smoes ‘Wie nog niet kan proeven, kan niet koken. Basta!’ Puck wenst dan ook niets liever dan smaken te leren onderscheiden. Eenzaam ligt ze ’s avonds in haar bed, terwijl de geuren vanuit de keuken omhoog kringelen. Faber komt haar tegemoet met losjes aan Charles Dickens ontleende hulpgeesten: de smaakspoken. Geen angstaanjagende doorzichtige verschijningen met rammelende ketens, maar warme personages die haar tijdens haar (dag)dromen meenemen op smaakavonturen. Het start – hoe kan het ook anders – met de smaak van tranen. Zeevrouw Jeju toont haar de kracht van zout, het witte goud. 

Vijf plus twee
Er volgen nog zes smaken. En wie nu verbaasd de bekende smaken op zijn vingers natelt; ja, Faber stopt er twee bonussmaken bij: vet en pittig. En dat zijn meteen ook heerlijke extra personages. Olieboy Elia met zijn olijfgroene ogen, waarop je – net als op vet – een beetje verliefd wordt. En de flamboyante Wilbur Lincoln Scoville, alias Chili Willy, met een gepeperd lesje pittigheid in een taal die smullen is voor voorlezers:

‘“Waarom eten mensen heet?” vraagt Puck.
Willy glimlacht: “Goede question. People love pittig, omdat het niet only een beetje lekkere pijn doet, het gééft pit.”
Dat klinkt logisch. Maar Puck bedenkt zich: “No, Willy, wie dit lekker vindt is CRAZY!”
“Ok, you better not eet een hele chili. But a little pit geeft je eten… no, je héle leven power. Hallelujah!” 

Voorleesvermaak
Wellicht heeft Faber wat theaterbloed van vader Peter in de aderen, want het verhaal dendert van snelheid en is vast heerlijk om voor te lezen. Gevoelig, maar nergens té sentimenteel. Een verhaal met meerdere lagen, zoals ook een goede lasagne of spekkoek moet zijn. Een van die lagen is de reeks onopvallende verwijzingen in de namen. Zo heet de gastheer van het restaurant Chi (levensenergie) en Pucks Siamese kater heet Umi, wat ook voor leven staat. Ook de namen van de geesten zijn slim gekozen. Jeju blijkt het Koreaanse eiland te zijn met de duiksters die minutenlang onder water kunnen blijven zonder zuurstof. Leuke weetjes die niet in het verhaal zijn verwerkt, maar handig achterin staan in het geheime aantekeningenschrift van Puck. Gelukkig maar, daar wint het verhaal bij.

Illustraties als serveerplank
Bij een lekker gerecht telt ook mee op welk servies je het serveert. En de Bronzen Penseel-winnende illustraties van José Luis García Lechner zijn een waardige opdienplank. De grafische uitstraling met volle kleurvlakken verraden zijn werk als illustrator van verpakkingen en kookboeken en de liefde voor koken spat ervan af. Een liefde die ongetwijfeld ook deels erfenis is van zijn half Spaanse afkomst. De personages met hun volledig verschillende karakters weet hij met kleur elk een eigen wereld mee te geven. Het restaurant van Maro op de eerste pagina’s staat in grijzige avondkleuren en doet met een koepel op de achtergrond ingetogen en Parijzig aan. Op andere pagina’s hangt dan weer een Zuid-Amerikaanse vibe door bruine gezichten en het warm verzadigde oranje, groen en bruin. Olieboy Elia vinden we in een bijna Bijbelse setting terug. Het is proeven van plaatjes. Smaakspoken wordt hierdoor een gebalanceerde cocktail van feitjes en avonturen, van emoties en culturen. Een kookles 3.0 die niet voor niets de Jenny Smelik-IBBY Prijs won voor inclusiviteit. En o ja, even terug naar de basis… de citroentaart in het hoofdstuk van de kekke tv-chef Azid is ronduit onweerstaanbaar.

Smaakspoken, het geheim van de zeven smaken
Verschenen bij: Volt
ISBN: 9789021469119
85 pagina’s
Prijs: €16.99
Verschenen: 2021